Grammatica
Een introductie tot de grammatica
Zelfstandige naamwoorden - De man, de vrouw, het kind....
Lidwoorden - De, het, een...
Bijvoeglijke naamwoorden - Mooi, lelijk, fijn....
Trappen van vergelijking - Goed, beter, best....
Aanwijzend voornaamwoord - Dit, dat, deze...
Vraagwoorden - wie, wat, waar.......
Voorzetsels - In, bij, op...
Voegwoorden - En, of, maar.....
Persoonlijke voornaamwoorden - Ik, jij, hij....
Persoonlijke voornaamwoorden, lijdend en meewerkend voorwerp - Mij, jou, hem.....
Bezittelijke voornaamwoorden - Mijn, jouw, zijn....
Onbepaalde voornaamwoorden - iets, iemand, ooit, ergens....
Ontkennende voornaamwoorden - niets, niemand, nooit, nergens....
Werkwoorden
Werkwoorden - algemeen over werkwoorden
Zijn - Estar
Zijn - Ser
Hebben - Ter
Gaan - Ir
Rijden - Conduzir
Komen - Vir
Staan - Estar em pé
Zitten - Estar sentado
Liggen - Estar deitado
Wachten - Esperar
Blijven - Ficar
Rennen - Correr
Zwemmen - Nadar
Vliegen - Voar
Springen - Saltar
Brengen - Trazer
Leiden - Conduzir
Zien - Ver
Kijken - Olhar
Horen - Ouvir
Luisteren - Escutar
Voelen - Sentir
Denken - Pensar
Spreken - Falar
Praten - Falar
Zeggen - Dizer
Zingen - Cantar
Roepen - Chamar
Lachen - Rir
Huilen - Chorar
Zwijgen - Estar silencioso
Vragen - Perguntar
Antwoorden - Responder
Begrijpen - Compreender
Doen - Fazer
Maken - Fazer
Geven - Dar
Nemen - Tomar
Kopen - Comprar
Verkopen - Vender
Helpen - Ajudar
Krijgen - Receber
Mogen - Poder
Kunnen - Poder
Willen - Querer
Moeten - Dever
Worden - Ficar
Durven - Ousar
Werken - Trabalhar
Leven - Viver
Sterven - Morrer
Eten - Comer
Drinken - Beber
Lezen - Ler
Schrijven - Escrever
Beminnen - Amar
Haten - Odiar
Zoenen - Beijar
Zoeken - Buscar
Vinden - Achar
Kennen - Conhecer
Weten - Saber
Slapen - Dormir
Spelen - Jogar
Beginnen - Começar
Eindigen - Acabar
Vergeten - Esquecer
Herinneren - Lembrar
Winnen - Ganhar
Verliezen - Perder
"Als je te lang in een afgrond kijkt, kijkt de afgrond ook in jou.
Se olhares demasiado tempo dentro de um abismo, o abismo acabará por olhar dentro de ti.
"