Agenda


 

 

Lees verder...

Leven - Viver




 

 

 

 

Infinitief O infinitivo
te leven viver
   
Tegenwoordige tijd O presente
ik leef (eu) vivo
jij leeft (tu) vives
hij / zij / het leeft (ele / ela) vive
wij leven (nós) vivemos
jullie leven (vós) viveís
zij leven (eles / elas) vivem
   
Verleden tijd O pretérito
Onvoltooid verleden tijd O pretérito imperfeito
ik leefde (eu) vivia
jij leefde (tu) vivias
hij / zij / het leefde (ele / ela) vivia
wij leefden (nós) vivíamos
jullie leefden (vós) vivíeis
zij leefden (eles / elas) viviam
   
Voltooid tegenwoordige tijd O pretérito perfeito composto
ik heb geleefd (eu) tenho vivido

 

 

 

 

 




2024 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | sitemap.....





Citaat van de dag

"Ik leef altijd in het heden. De toekomst kan ik niet kennen. Het verleden heb ik al niet meer.
Vivo sempre no presente. O futuro, não o conheço. O passado, já o não tenho. "

- Fernando Pessoa -
(1888-1935)

Snelkoppelingen en mededelingen

Heeft u een eigen website? Een link naar deze website wordt zeer gewaardeerd. Uw website kan eventueel ook bij ons in het linkoverzicht geplaatst worden.