Zelfstandige naamwoorden
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een persoon, dier, plaats, ding, idee of begrip benoemt. Het is de woordsoort die gebruikt wordt om namen te geven aan alles wat bestaat, zoals mensen (bijvoorbeeld "dokter"), objecten ("tafel"), plaatsen ("stad"), of abstracte concepten ("liefde"). Zelfstandige naamwoorden kunnen onderwerp of voorwerp in een zin zijn en worden vaak voorafgegaan door lidwoorden zoals "de", "het" of "een".
In het Portugees hebben zelfstandige naamwoorden een geslacht, ze zijn mannelijk of vrouwelijk. Woorden die eindigen op -im, -o, -om en -um zijn doorgaans mannelijk. Vrouwelijke woorden herken je aan een uitgang op -a, -ã, ção, -dade, -ez, -gem, -ice, -são en -ude. Woorden eindigend op -e, -l en -r kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Soms kan een zelfstandig woord meerdere betekenissen hebben (homonymie), waarbij het woord in de ene betekenis mannelijk is en in de andere betekenis vrouwelijk. Bijvoorbeeld:
A capital - de hoofdstad (vrouwelijk)
O capital - het kapitaal (mannelijk)
A cura - de genezing (vrouwelijk)
O cura de pastoor (mannelijk)
A rádio - de radio (vrouwelijk)
O rádio - het radium, chemisch element (mannelijk)
Grammaticaal en natuurlijk geslacht
Het geslacht van een zelfstandig naamwoord heeft vooral een grammaticale betekenis. Veel zelfstandige naamwoorden hebben geen natuurlijk geslacht, dat wil zeggen, in werkelijkheid is het onzinnig om ze als 'mannelijk' of 'vrouwelijk' aan te duiden. Woorden die betrekking hebben op zaken die in werkelijkheid een geslacht hebben, hebben zowel een natuurlijk als een grammaticaal geslacht. Bijvoorbeeld:
Mannelijk:
O homem (de man)
O menino (de jongen)
O pai (de vader)
O avô (de grootvader)
O tio (de oom)
Vrouwelijk:
A mulher (de vrouw)
A menina (het meisje)
A mãe (de moeder)
A avó (de grootmoeder)
A tia (de tante)
Woorden die alleen een grammaticaal geslacht hebben:
Mannelijk:
O carro (de auto)
O livro (het boek)
O tempo (de tijd)
O problema (het probleem)
O mapa (de kaart)
Vrouwelijk:
A mesa (de tafel)
A casa (het huis)
A água (het water)
A luz (het licht)
A árvore (de boom)
Uitzonderingen
Zoals bijna iedere regel heeft ook het Portugees uitzonderingen die het lastig maken het grammaticale geslacht van een woord vast te stellen. De meeste woorden eindigend op -o zijn mannelijk, maar er zijn uitzonderingen. De meeste woorden eindigen op -a zijn vrouwelijk, maar er zijn uitzonderingen. Zie de volgende voorbeelden:
Mannelijke woorden met atypische uitgangen:
O dia (de dag) - Eindigt op -a, maar is mannelijk.
O mapa (de kaart) - Eindigt op -a, maar is mannelijk.
O problema (het probleem) - Eindigt op -a, maar is mannelijk.
O sistema (het systeem) - Eindigt op -a, maar is mannelijk.
O poema (het gedicht) - Eindigt op -a, maar is mannelijk.
Vrouwelijke woorden met atypische uitgangen:
A mão (de hand) - Eindigt op -ão, maar is vrouwelijk.
A rádio (de radio) - Eindigt op -o, maar is vrouwelijk.
A foto (de foto, verkorting van fotografia) - Eindigt op -o, maar is vrouwelijk.
A tribo (de stam) - Eindigt op -o, maar is vrouwelijk.
A moto (de motor, verkorting van motocicleta) - Eindigt op -o, maar is vrouwelijk.
De vorming van het meervoud
Het meervoud van zelfstandige naamwoorden wordt gevorm door -s toe te voegen aan woorden die eindigen op een kinker, a/e/i/o/u en -es toe te voegen aan woorden die eindigen op een medeklinker. Bij woorden die eindigen op -m, wordt die laatste letter gewijzigd in -ns.
Mannelijk:
O homem / Os homens (de man / de mannen)
O menino / Os meninos (de jongen / de jongens)
O pai / Os pais (de vader / de vaders)
O avô / Os avôs (de grootvader / de grootvaders)
O tio / Os tios (de oom / de ooms)
Vrouwelijk:
A mulher / As mulheres (de vrouw / de vrouwen)
A menina / As meninas (het meisje / de meisjes)
A mãe / As mães (de moeder / de moeders)
A avó / As avós (de grootmoeder / de grootmoeders)
A tia / As tias (de tante / de tantes)
|