Het heden - O presente
nu | agora |
vandaag | hoje |
deze week | esta semana |
deze maand | este mês |
dit jaar | este ano |
"Ik leef altijd in het heden. De toekomst kan ik niet kennen. Het verleden heb ik al niet meer.
Vivo sempre no presente. O futuro, não o conheço. O passado, já o não tenho.
"