Het Paard en de Schapen
Het Schaap en de paarden De Duitse taalkundige August Schleicher (1821-1868) hield zich bezig met vergelijkende taalwetenschap. Om de woordenschat van talen te kunnen vergelijken schreef hij de fabel Het Schaap en de Paarden. Hij vertaalde de fabel naar het Oud-Indo-Europees, de theoretische oertaal waar zowel het Portugees als het Nederlands van afstammen. Hieronder de tekst in het Nederlands en het Portugees. |
Het Schaap en de Paarden | La oveja y los caballos |
Op een heuvel, een schaap dat geen wol had, zag paarden. Één trok een zware wagen voort. Één droeg een zware last. En één droeg snel een ruiter. Het schaap zei tegen de paarden: "Mijn hart doet pijn als ik een man paarden zie drijven." De paarden zeiden: "Luister schaap, Ons hart doet pijn als we dit zien: Een man, de meester, maakt van de wol van het schaap, een warm kledingstuk voor zichzelf, en het schaap heeft geen wol." Na dit gehoord te hebben, vluchtte het schaap de open vlakte in. |
Em uma colina, uma ovelha que não teve nenhuma lã, viu cavalos. Um que puxa um vagão pesado. Um que leva uma carga grande. E um que leva um cavaleiro, à velocidade. A ovelha disse aos cavalos: "Meu coração me faz sofrer por ver o homem forçar os cavalos a andar." Os cavalos disseram: "Ouça, ovelha, nossos corações nos fazem sofrer quando nós vemos isto: Um homem, o mestre, faz a lã da ovelha em um artigo de vestuário morno para ele. E a ovelha não tem nenhuma lã." Tendo ouvido isso, a ovelha escapuliu no campo aberto. |
"Ik leef altijd in het heden. De toekomst kan ik niet kennen. Het verleden heb ik al niet meer.
Vivo sempre no presente. O futuro, não o conheço. O passado, já o não tenho.
"